Gras onder maïs loont

Bron: CUMELA Nederland
Loon- & Grondverzetbedrijf Koonstra, Balkbrug
Al ruim 25 jaar zaait Harry Koonstra gras onder maïs. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. “Jammer dat er veel koud watervrees is, want onderzaai heeft vele voordelen”, zegt de cumelaondernemer uit Balkbrug. Ook op andere fronten probeert het bedrijf voorop te lopen in teeltontwikkelingen.
Als er in het noordoosten van Nederland iets te doen is rond de teelt van gras onder mais, dan valt bijna automatisch de naam Koonstra. Met meer dan 25 jaar ervaring op zak kent de methode dan ook weinig geheimen voor Harry Koonstra. In een wijde cirkel rond het bedrijf weten klanten hem te vinden en hij zaaide diverse demo’s voor het project Grondig Boeren met Maïs.
Het onderzaaien begon op het ouderlijk melkveebedrijf, dat nu wordt gerund door zijn broer. Begin jaren negentig kwam er subsidie beschikbaar voor mechanische onkruidbestrijding in maïs, bedoeld om de inzet van gewasbeschermings middelen te verminderen. “We hebben toen een gewas geleide schoffel gekocht”, vertelt Koonstra. “Op mooie percelen ging dat prima, maar in het loonwerk was het een drama, want we werden vooral ingehuurd op het moment dat alles al onder het onkruid was gelopen. Daar kan zo’n machine niet mee overweg. Met de rolschoffel, die we ook nog hadden, ging dat wel. Die krijgt alles weg. De stimulans om tegelijkertijd Italiaans raaigras mee te zaaien, kwam toen je met ruimere mestnormen mocht rekenen. We zagen eerst vooral voordelen van gras onder CCM en MKS. Zodra de maïs begint af te sterven, valt er licht op de grond en begint het gras meteen te groeien. Vanaf dan gaat het gras vocht onttrekken aan de bodem en dat geeft samen met de zode meer draagkracht bij de oogst.”
Rolschoffel
Technisch is meezaaien niet ingewikkeld en zelfs afgelopen jaar sloeg het gras goed aan. “Dat verbaasde mij trouwens ook, gezien de droge zomer. Ik kan eigenlijk maar één jaar bedenken dat de onderzaai mislukt is. Dat was in 2016. Toen is het zaad wel gekiemd, maar daarna verdroogd. Verder hebben we wel eens wat percelen overgeslagen, omdat we de kans niet kregen, maar voor mij heeft de techniek zich bewezen. Daarom snap ik de scepsis in de sector niet zo goed, behalve dan dat het verplicht wordt gesteld. Dat hoeft van mij ook niet. Jammer dat er veel koudwatervrees is, want onderzaai heeft vele voordelen. Een vroeg maïsras zaaien, vind ik zonde van de opbrengst.”
De zelf samengestelde achtrijige rolschoffel heeft er inmiddels heel wat hectares op zitten en dat geldt ook voor de ganzenvoetschoffel die Koonstra gebruikt. “Die is bedoeld voor percelen waar wat minder onkruid staat en heeft een wat minder aanaardend effect. Dan kun je wat vroeger beginnen.”
De rolschoffel blijft cruciaal voor de wat vuilere percelen. Omdat ze niet meer nieuw leverbaar waren, ging Koonstra samen met Landkracht uit Hellendoorn op zoek naar een soortgelijke machine. Die vond hij, op de Agritechnica. Koonstra heeft er inmiddels een seizoen op zitten met de nieuwe schoffel, van het Hongaarse merk Busa. Op zijn smartphone laat Koonstra een filmpje zien waar de machine op een sterk veronkruid perceel de grond tussen de maïsrijen weer zwart maakt. “Er wordt wel gezegd dat je op onkruidrijke percelen niet aan onderzaai moet beginnen, maar soms moet je wat. De rolschoffel kan heel veel aan.”
Met de aanvullende chemische bestrijding blijft Koonstra puzzelen. “We proberen om geen bodemherbicide te gebruiken. Als het moet, dan in een lage dosering, anders komt er niets van het gras terecht. Verder zitten we er met de contactmiddelen gewoon goed bovenop.”
In het zaaien van rietzwenkgras tegelijk met het zaaien van de maïs ziet hij niks. “We hebben het één keer geprobeerd en dat gaf veel te veel concurrentie met de maïs. Je zult het gras dan flink moeten plagen met chemie. Los van de vraag of dat lukt, ben ik er geen voorstander van. De trend is dat het met minder chemie moet.”
Maïsteelt als keuzemenu
Volgens Koonstra wordt een goede planning van de teelt steeds belangrijker. “Laten we eerlijk zijn: maïs telen is op zich niet zo moeilijk, maar je moet wel alles van begin af aan goed doen. Daarom bereiden we de teelt zo goed mogelijk voor.”
Hij laat een voorbeeld zien van het formulier waarmee hij op dit moment zijn klanten bezoekt. Hij schotelt ze een keuze menu voor, met verschillende rassen, het al dan niet onder zaaien van gras en een keur aan bemestingsmogelijkheden, inclusief drijfmest met behulp van GPS onder de rij, een mogelijkheid die Koonstra sinds 2010 aanbiedt. “Hoe wil je het hebben? Granulaat, korrel, vloeibaar, GPSdrijfmest: zeg het maar. Door op tijd over die keuzes na te denken, weten de klant en ik allebei waar we aan toe zijn.”
Omdat de man op de spuit weet waar straks gras wordt gezaaid, kan hij daar van meet af aan rekening mee houden en een bodemherbicide achterwege laten. Bovendien kan Koonstra als het moet alvast extra mensen regelen. “Vaak zitten we volop in de tweede snede als er moet worden geschoffeld in de maïs. Je kunt daar niet mee wachten.” Voor percelen op afstand adviseert Koonstra een teelt systeem van CCM of MKS met grasonderzaai. “We weten allemaal dat de continuteelt van maïs onder vuur ligt, maar om economisch begrijpelijke redenen zie ik dat nog niet zo snel veranderen. Met een combinatie van veel gewasresten en een geslaagde onderzaai kun je ervoor zorgen dat je organischestofbalans op zulke percelen op peil blijft.”
Teelt optimaliseren
De teelt optimaliseren voor de klant en het werk optimaliseren voor zichzelf, dat zijn twee dingen die Koonstra continu bij elkaar probeert te brengen. Zo doet hij op dit moment mee aan een project op het gebied van data delen van automatiseerder Dacom, in samenwerking met studenten van de Aeres Hogeschool Dronten. Daarmee kunnen klanten straks digitaal opdrachten versturen, inclusief perceelskaarten en taakkaarten. De chauffeur op de trekker weet daarmee precies waar hij moet zijn en wat hij moet doen, waardoor er zo min mogelijk tijd verloren gaat. “We werken al met plaats specifieke toepassingen, dus dit is de volgende stap. In de organisatie zie ik voordelen. De oude garde weet vaak precies waar welk perceel ligt, maar straks kan iedereen met een druk op de knop naar de juiste dam rijden, waardoor er zo min mogelijk tijd verloren gaat.”
Een ander project waar Koonstra in meedraait, is ‘Lonend werken’. Daarbij wordt gekeken of veehouders in plaats van per uur of per hectare kunnen betalen naar de toegevoegde waarde van de loonwerker. Koonstra gaat daarvoor drie jaar lang een dubbele administratie bijhouden, waaruit straks de kosten en baten duidelijk moeten worden. “We worden daarbij ondersteund door een bodemkundige. Als wij de juiste dingen voor de bodem doen, dan levert dat meer en beter voer op. Wij willen als loonwerker die meerwaarde bieden, eventueel aangevuld met een onafhankelijke derde partij. Op dit moment is de voerleverancier degene die ver telt hoe het moet, maar je kunt je afvragen of die wel op de juiste loonlijst staat.”
Terug naar de onderzaai. Hoeveel klanten krijgt hij eigenlijk mee? Koonstra schat dat de afgelopen jaren ongeveer een kwart van zijn klanten gras lieten onderzaaien. Dat moeten er aankomend groeiseizoen meer worden. “Ik reken op vijf tig procent”, zegt hij. We zullen het later dit jaar nog van hem horen. Koonstra is één van de bedrijven waar Grondig dit jaar meekijkt bij het telen van gras onder maïs, van de zaai tot het uiteindelijke resultaat.